Lid worden? Inloggen!

Deze website maakte gebruik van cookies. We gebruiken enkel functionele cookies die er zijn er om de gebruiksvriendelijkheid van de website voor onze gebruikers te verbeteren. Wij maken GEEN gebruik van trackingcodes, of andere advertenties / marketing gerichte cookies. (Meer informatie). Klik op OK om akkoord te gaan met het gebruik van cookies.

OK

Ik was twaalf en ik fietste naar school

wiki - dinsdag 15 februari 2005 - 22:50


0

Sabine Dardenne is het meisje dat 80 dagen lang de kelder van kindermoordenaar Marc Dutroux overleefde. Op 15 augustus 1996 werd ze samen met de iets oudere Laetitia Delhez bevrijd uit het huis in Marcinelle. België schokt. Na jaren in de anonimiteit en een aanslepend proces in 2004, schrijft de jonge vrouw de bewogen jaren van zich af, en wil ze vandaag niets liever dan een normaal leven leiden.

Het boek 'Ik was twaalf en ik fietste naar school' was al een bestseller nog voor het in de rekken lag. Vertaald in 14 talen en verspreid in meer dan 30 landen, goed voor enkele miljoenen verkochte exemplaren. Sabine wilde haar verhaal neerpennen, in de hoop dat de mensen haar niet meer aanstaren, een troostend woord willen toestoppen, of -wie vindt het uit- een handtekening komen vragen. De 21-jarige vrouw haat dan ook de dagelijkse treinrit naar haar werkplek in Brussel.

Sabine beschrijft de ochtend waarop ze -als twaalfjarig meisje- door een oude, witte bestelwagen wordt ingehaald en seconden later uit de lucht wordt geplukt. Het meisje krijgt verdovende pillen in de mond geduwd, spuwt ze uit, stribbelt tegen, maar kan weinig beginnen tegen de sterkere Dutroux. Een tweetal uren later ligt Sabine op het bed geketend van een verduisterd huis, niet wetend wat haar overkomt.

De volgende 80 dagen worden een hel voor het meisje. Als ze mee naar boven moet, volgt "zijn gedoe", zoals Sabine het seksueel misbruik omschrijft. De zeldzame keren dat ze aan de keukentafel mag eten, krijgt ze de meest onsmakelijke dingen voorgeschoteld. Als ze door het huis loopt, is dat enkel gehuld in ondergoed. En als Dutroux weer voor een tijdje vertrekt, zit ze opgesloten in de kelder van slechts enkele vierkante meters groot.

Ze doodt de tijd door brieven te schrijven, een kalender bij te houden en haar schoolboeken lijntje per lijntje over te pennen. Ontsnappen behoort niet tot de mogelijkheden. Eerst en vooral is de betonnen muur veel te zwaar, maar het is vooral de manipulator in Dutroux die de kleine Sabine in zijn macht weet te houden.

Hij speldt Sabine op de mouw dat hij slechts een kleine garnaal is en haar wil beschermen tegen "de grote baas", die haar wil vermoorden. Meer richtlijnen volgen: als ze iets hoort, moet ze zich zo snel mogelijk verstoppen onder een deken. Enkel als ze Dutroux' stem aan de andere kant van de betonnen muur hoort, is de kust veilig. Het is een verhaaltje waar hij Sabine perfect mee weet te manipuleren.

Ondanks die voortdurende angst voor "de grote baas" en de misbruiken door Dutroux, weet Sabine zich kranig te houden. Het meisje is niet op haar mondje gevallen, en haar koppige karakter zorgt ervoor dat ze van zich af blijft bijten. Ondertussen neemt de verveling toe en vraagt Sabine "een vriendinnetje" aan Dutroux. Enkele dagen later ontvoert Dutroux Laetitia Delhez in Bertrix.

Het verhaal van Sabine is aangrijpend, zonder veel omwegen verteld en zorgt onophoudelijk voor een gevoel van walging voor het monster van België. Op Dutroux kijkt ze neer, hij is een stuk "krapuul", een vuile manipulator. Hij kreeg Sabine en Laetitia zover te geloven dat hij hun "beschermer" was tegen de grote baas. Zover dat de meisjes hem bij hun bevrijding bedankten met een kus op de wang. Iets dat bij Sabine nog tot op de dag van vandaag blijft knagen. Tijdens het proces keek Sabine Dardenne het monster aan, Dutroux sloeg enkel de ogen neer. Een morele overwinning voor Sabine.

De jonge vrouw houdt in het boek ook geen blad voor de mond als ze het heeft over de relatie met haar moeder. Té beschermend na Sabines bevrijding, terwijl er vroeger amper een sprankeltje moederliefde te merken was. Ze beschrijft het dubbele gevoel ten opzichte van Laetitia, het meisje dat een gewone jeugd had gehad als zij niet om "een vriendinnetje" gevraagd had. Dat terwijl de twee veel steun hadden aan elkaar tijdens het proces, en er af en toe zelfs onderling gegiecheld werd.

Haar bewogen jeugd schrijft ze van zich af in "Ik was twaalf en ik fietste naar school", als een soort therapie. Sabine is het meisje dat ontsnapte aan wat Julie en Melissa, An en Eefje niet overleefden. Het maakte het contact met de ouders van de vermoorde kinderen er niet makkelijker op. Maar waar niet aan te twijfelen valt: Dutroux heeft Sabine Dardenne niet klein gekregen. De jonge vrouw staat met beide voeten in het leven, en wil dat graag in alle rust en kalmte doen. 

Link : Ik was twaalf en ik fietste naar school