Lid worden? Inloggen!

Deze website maakte gebruik van cookies. We gebruiken enkel functionele cookies die er zijn er om de gebruiksvriendelijkheid van de website voor onze gebruikers te verbeteren. Wij maken GEEN gebruik van trackingcodes, of andere advertenties / marketing gerichte cookies. (Meer informatie). Klik op OK om akkoord te gaan met het gebruik van cookies.

OK

Werkstraf voor doodrijden tasjesdief

RobzQ - donderdag 6 maart 2008 - 13:49


0

De rechtbank Amsterdam heeft de vrouw die in 2005 een tasjesdief heeft doodgereden veroordeeld tot een werkstraf van 180 uur en een voorwaardelijke ontzegging van de rijbevoegdheid voor 6 maanden. De vrouw is vrijgesproken van doodslag omdat opzet op de dood van de tasjesdief niet bewezen is geacht. Volgens de rechtbank staat niet vast dat de vrouw de kans voor lief heeft genomen dat de tasjesdief door haar handelen zou komen te overlijden.

De vrouw is veroordeeld voor zeer onvoorzichtig rijgedrag waardoor de tasjesdief is komen te overlijden. Zij is op een smalle weg met hoge snelheid 30 á 40 meter achteruitgereden met weinig zicht, terwijl zij wist dat een scooter achter de auto reed. Daarbij heeft zij de controle over het stuur verloren. Bij de straftoemeting is sterk rekening gehouden met de lange tijd dat de vrouw op haar berechting heeft moeten wachten en met alle gevolgen van de publiciteit rond de zaak. 

De rechtbank is van oordeel dat een slachtoffer van diefstal het recht heeft het gestolen goed terug te pakken, maar dat aan de manier waarop dat gebeurt grenzen zijn verbonden. De vrouw is te ver gegaan in de wijze waarop ze haar tas terug wilde krijgen. Het verweer dat de vrouw niet anders kon dan op deze manier de achtervolging inzetten is verworpen. Misschien is de gemiddelde bestolen burger wel geneigd tot een dergelijke achtervolging, maar die burger zal en moet zich beheersen in het geval dat die achtervolging veel te gevaarlijk is. Dat had de vrouw ook moeten doen. 

De rechtbank kan zich voorstellen dat de vrouw door het gebeuren nu nog steeds angstig is en zich bedreigd voelt, maar van reële bedreigingen is niet gebleken. Overigens is de rechtbank van mening dat enige vorm van berouw van de vrouw jegens de familie van het slachtoffer op zijn plaats was geweest.