Lid worden? Inloggen!

Deze website maakte gebruik van cookies. We gebruiken enkel functionele cookies die er zijn er om de gebruiksvriendelijkheid van de website voor onze gebruikers te verbeteren. Wij maken GEEN gebruik van trackingcodes, of andere advertenties / marketing gerichte cookies. (Meer informatie). Klik op OK om akkoord te gaan met het gebruik van cookies.

OK

Uitzonderlijk warme en droge weer houdt aan

RobzQ - woensdag 25 april 2007 - 11:08


0

De komende dagen zijn ongekend warm voor april. Opmerkelijk zijn niet alleen de zomerse temperaturen overdag maar ook de zwoele avonden. Ondertussen neemt de droogte verder toe. Pas in de loop van mei is er een kleine kans op neerslag.

Droogte

Gemiddeld over het land is het neerslagtekort (het verschil tussen de hoeveelheid neerslag en de verdamping) sinds 1 april opgelopen tot circa 62 mm. De komende tien dagen week zal het tekort verder oplopen tot rond 85 mm. Volgens Rijkswaterstaat-RIZA daalt de afvoer van de Rijn deze week tot onder 1400 m3/s. Vanaf die waarden kunnen watertekorten gaan optreden. De afvoer van de Maas is niet bijzonder laag en levert geen grote problemen. De grondwaterstanden zijn met name op de hoge zandgronden lager dan gemiddeld met uitschieters naar zeer laag.

Hoe uitzonderlijk is de droogte?

Sinds 22 maart is er in vrijwel het hele land geen of nauwelijks regen gevallen. In combinatie met het zonnige weer heeft dat inmiddels geleid tot een uitzonderlijk groot neerslagtekort. In De Bilt viel over de afgelopen periode van ruim een maand alleen op 3 april 0,3 mm. Het is vier keer eerder voorgekomen dat het zo droog was maar die periodes duurden veel korter. 

Nieuwe warmterecords

De 14e april 2007 was in De Bilt de vroegste zomerse dag en 15 april was met 28,9 graden in De Bilt de warmste dag in april van de meetreeks. Het warmterecord van de maand was 27,8 graden op 21 april 1968. In Westdorpe (Zeeland) werd op 15 april 2007 zelfs 29,7 graden gemeten. Op 21 april 1968 werd in Venlo en Gemert 32,2 graden gemeten, nog altijd het landelijk record voor de maand april en de vroegste datum waarop ergens in ons land de 30 graden werd overschreden. In De Bilt gebeurde dat het vroegst op 5 mei 1916 toen daar 30,1 graden werd gemeten.

De vroege zomerse periode van dit jaar begon op 13 april toen in Westdorpe 25,6 graden werd gemeten. De Bilt registreerde op 14, 15 en 16 april achtereenvolgens 27,6, 28,9 en 27,3 graden. Die drie zomers dagen (maximum 25,0 graden of hoger) bezetten de eerste plaatsen van de top tien. Zomerse dagen komen in april weinig voor, gemiddeld levert de grasmaand eens in de tien jaar een zomerse dag op. Sinds 1901 zijn er in De Bilt in totaal maar 17 zomerse aprildagen voorgekomen, waarvan twee in april 1968, drie eind april 1993 en drie half april 2007.

Opmerkelijk was ook het etmaalgemiddelde van de temperatuur: De Bilt berekende zowel op 14 en als op 15 april gemiddeld over 24 uur 18,6 graden, een nieuw record voor de eerste helft van april. (zie Nader verklaard- aprilwarmte). 

Warmterecords in Belgiƫ en Duitsland

Ook in de aan ons land grenzende landen was het uitzonderlijk warm. In BelgiĆ« was Kleine Brogel op 15 en 16 april het warmste meetpunt van de Lage Landen met achtereenvolgens 30,0 en 30,7 graden, de eerste en recordvroege tropische dagen dus. Keulen spande op 14 april in Duitsland de kroon met 29,0 graden.

Hooikoorts

Door het zonnige en warme weer komen er de komende dagen veel pollen in de lucht, vooral van de berk. De natuurkalender houdt de pollentellingen nauwkeurig bij. 

Warme lente?

De eerste helft van de lente was 3 graden warmer dan het langjarig gemiddelde. Volgens de maand- en seizoensverwachtingen is de kans groot dat het hele voorjaar als warm de boeken in gaat. Na de zachte winter was dat te verwachten. De kans op een relatief warme lente in Europa is dan groter dan gemiddeld. Dergelijke voorspellingen zijn voornamelijk gebaseerd op het naijleffect van een zachte winter. Langs de kusten van de Noord- en Oostzee geeft het warme zeewater een belangrijke impuls, in Noord- en Oost-Europa is de weinige sneeuw die daar lag gunstig voor de warmte opbouw in de lente.