Lid worden? Inloggen!

Deze website maakte gebruik van cookies. We gebruiken enkel functionele cookies die er zijn er om de gebruiksvriendelijkheid van de website voor onze gebruikers te verbeteren. Wij maken GEEN gebruik van trackingcodes, of andere advertenties / marketing gerichte cookies. (Meer informatie). Klik op OK om akkoord te gaan met het gebruik van cookies.

OK

Restaurant mag hoofddoek niet weigeren

RobzQ - woensdag 8 september 2004 - 13:12


0

Het weigeren van de toegang tot een restaurant vanwege het dragen van een hoofddoek is in strijd met de gelijkebehandelingswetgeving. Aldus oordeelde de Commissie Gelijke Behandeling (CGB) op 8 september 2004.

Vier vrouwen, bijgestaan door het Bureau Discriminatiezaken te Den Haag, hebben de CGB verzocht te oordelen over het toelatingsbeleid van een restaurant. Het restaurant hanteert een dress code om een wat stijlvoller en ouder publiek te trekken. De dress code houdt onder meer in dat het dragen van hoofddeksels in het restaurant niet is toegestaan.

Elk van de verzoeksters is een keer de toegang geweigerd omdat zij niet wilde voldoen aan het verzoek haar hoofddoek af te nemen. Verzoeksters zijn moslim en dragen vanwege hun geloofsovertuiging een hoofddoek. Voor hen is het niet mogelijk hun hoofddoek af te doen zonder afbreuk te doen aan de door hen gevoelde godsdienstige verplichting.

In die zin treft het beleid van het restaurant verzoeksters in onevenredige mate. Het toelatingsbeleid van het restaurant leidt dan ook tot verboden onderscheid op grond van godsdienst. Hoewel het streven naar een ander publiek een legitiem doel is, vindt de CGB het gehanteerde middel niet geschikt. Het restaurant houdt hiermee juist ook bezoekers buiten de deur die niet behoren tot de groep samenklittende, slordig geklede jongeren die het wil weren. De gelijkbehandelingswetgeving is bedoeld om te voorkomen dat mensen vanwege hun geloofsovertuiging gekwetst of buitengesloten worden. Mensen moeten dezelfde kansen krijgen en rechten hebben - bijvoorbeeld op toegang tot een restaurant - ongeacht hun geloofsovertuiging of juist het ontbreken daarvan. Daarom beschermt de wet godsdienstige uitingen.

Dat betekent niet dat horecaondernemers in hun zaak geen etiquetteregels mogen stellen. Het betekent wel dat die regels niet mogen leiden tot onderscheid naar godsdienst. Dergelijk onderscheid kan eenvoudig worden vermeden. Het restaurant in kwestie kan hetgeen het als niet stijlvol beschouwt, bijvoorbeeld sportkleding, eenvoudig specificeren. Op grond van zon criterium zijn stijlvol geklede mensen met of zonder hoofddoek welkom. Anderzijds kunnen mensen gekleed in trainingspak - met of zonder hoofdbedekking - om die reden worden geweigerd zonder dat dat leidt tot onderscheid op grond van godsdienst.

Er is een discussie gaande of een hoofddoek deel uitmaakt van de Islam. Radicale moslimgroeperingen en organisaties als Bureau Discriminatiezaken zeggen dat het een onlosmakelijk deel van de religie is. Andere partijen beweren het tegenovergestelde: de kledingsvoorschriften van de vrouw en de hoofddoek volgens de Koran. Dit is een omstreden onderwerp waar in de traditionele Islam vele en verschillende visies over bestaan. Wat wij echter met dit artikel zullen bewijzen, is dat de Koran zeer duidelijk is over de kledingsvoorschriften van de vrouw, en dat de hoofddoek zoals we die vandaag kennen absoluut geen plaats heeft in de Islam.Bron : http://www.monotheist.nl/hoofddoek.html