Lid worden? Inloggen!

Deze website maakte gebruik van cookies. We gebruiken enkel functionele cookies die er zijn er om de gebruiksvriendelijkheid van de website voor onze gebruikers te verbeteren. Wij maken GEEN gebruik van trackingcodes, of andere advertenties / marketing gerichte cookies. (Meer informatie). Klik op OK om akkoord te gaan met het gebruik van cookies.

OK

Artsen zonder Grenzen wil losgeld niet betalen

RobzQ - dinsdag 15 juni 2004 - 11:17


0

Artsen zonder Grenzen weigert het bedrag te betalen dat de Nederlandse regering is overeengekomen en heeft betaald voor de vrijlating van Arjan Erkel. Arjan Erkel kwam 11 april jl. vrij na 20 maanden ontvoerd te zijn geweest in Dagestan waar hij werkzaam was voor Artsen zonder Grenzen.

Nationale regeringen zijn volgens het internationaal recht verplicht om de bescherming van humanitaire hulpverleners te respecteren en te garanderen. Gedurende zijn ontvoering heeft de Nederlandse regering gefaald de Russische regering verantwoordelijk te stellen voor Arjans ontvoering en nu eist de Nederlandse regering dat Artsen zonder Grenzen het bedrag betaald dat de Nederlandse regering is overeengekomen. 
 
Hoofdverantwoordelijkheid bij de Russische regering

Arjan Erkels ontvoering was een van de langstdurende van een hulpverlener in de Kaukasus. Er is geen twijfel dat de lengte van Arjans gevangenschap te wijten is aan alle betrokken partijen en dat de redenen van dit falen eerlijk bekeken moeten worden. In deze zaak ligt de hoofdverantwoordelijkheid bij de Russische regering die de uiteindelijke verantwoordelijkheid draagt voor de bescherming van humanitaire hulpverleners op haar grondgebied. In augustus 2003 namen de Verenigde Naties resolutie 1502 aan, waarin regeringen aangespoord worden om de bescherming van hulpverleners te garanderen en dat ’misdaden tegen dergelijk personeel niet ongestraft blijven’. Dit is niet gebeurd in het geval van de zaak Arjan Erkel. Het officiële onderzoek van de Russische Federatie werd gehinderd, vertraagd en zelfs zes maanden stilgezet. Daarbij faalde de Nederlandse regering gedurende de hele crisis de Russische Federatie succesvol op de zaak Arjan aan te spreken met de politieke aandacht en urgentie die daarbij nodig was. 
 
De Russische regering was nauwelijks bereid tot contact met Artsen zonder Grenzen. Artsen zonder Grenzen was genoodzaakt deze politieke passiviteit en het uitblijven van een oplossing publiekelijk aan de kaak te stellen. Driemaal oefende Artsen zonder Grenzen via de media druk uit op zowel de Russische en de Nederlandse regering om zich veel meer in te spannen voor Arjans vrijlating. Na de derde campagne, ruim twee weken voor Arjans vrijlating, verbrak de Nederlandse regering alle officiële contacten met Artsen zonder Grenzen en dreigde Artsen zonder Grenzen publiekelijk verantwoordelijk te houden, mocht Arjan worden gedood. Op 8 april werd Artsen zonder Grenzen op het laatste moment geïnformeerd over een overeenkomst die de Nederlandse regering had onderhandeld. Zoals het gedurende de hele 20 maanden het geval was geweest, was de enige prioriteit van Artsen zonder Grenzen de vrijlating van Arjan. Het hoofd van het AzG-team belast met deze zaak stemde erin toe dat de Nederlandse regering door moest gaan. Artsen zonder Grenzen deed daarentegen geen toezeggingen op financieel gebied en benadrukte dat dit op een later tijdstip zou moeten worden besproken. 

Druk Nederlandse overheid

Na Arjans vrijlating, claimde de Nederlandse regering het succes hiervoor, inclusief het geven van het ’groene licht’ voor de operatie. Spoedig daarna eiste de Nederlandse regering echter van Artsen zonder Grenzen dat zij de kosten van de overeenkomst in cash zou vergoeden, om te voorkomen dat er publieke verantwoording over zou moeten worden afgelegd. Tijdens een meeting op 3 mei weigerden vertegenwoordigers van de Nederlandse regering hun rol en verantwoordelijkheden in deze zaak te bediscussiëren en dreigden ze ook de subsidies aan projecten van Artsen zonder Grenzen stop te zetten en andere Europese regeringen en instituties aan te sporen hetzelfde te doen als de organisatie niet voldeed aan de eis tot terugbetaling. 
 
In recente publieke verklaringen heeft de Nederlandse regering de afhandeling van de zaak Erkel als een zakelijke transactie gepresenteerd, waarbij Artsen zonder Grenzen ’een voorschot’ kreeg. Dit is niet waar. Artsen zonder Grenzen heeft geen geld ontvangen of geleend van de Nederlandse regering en was niet betrokken bij de onderhandelingen. De verklaringen van de Nederlandse regering versluieren de echte kwestie, namelijk het politieke karakter van de ontvoering en het feit dat die 20 maanden duurde. 
 
Een maand na de vrijlating van Arjan Erkel en onder immense druk van de Nederlandse regering, bood de algemeen directeur van Artsen zonder Grenzen-Zwitserland, de werkgever van Arjan Erkel, eenzijdig aan de zaak af te handelen voor de helft van het bedrag. Dit aanbod werd later ingetrokken door de internationale beweging van Artsen zonder Grenzen. Sindsdien heeft de Nederlandse regering elk verzoek tot een ontmoeting afgewezen. Daarnaast weigerde de Nederlandse regering het aanbod van de algemeen directeur van Zwitserland, waarbij ze hun eis tot betaling van het volledige bedrag herhaalden. Ondanks dat deze druk tot grote interne spanningen binnen de internationale beweging van Artsen zonder Grenzen heeft geleid, wil de organisatie zich niet laten dwingen tot terugbetaling. Artsen zonder Grenzen heeft de Nederlandse regering nooit gemachtigd om namens de organisatie te onderhandelen. De organisatie kan daarom geen verantwoordelijkheid nemen voor onderhandelingen waarbij ze niet betrokken is geweest en waarvoor ze niet over de voorwaarden heeft onderhandeld. Artsen zonder Grenzen spreekt haar voorkeur uit voor een onafhankelijk openbaar onderzoek naar de afhandeling en de oplossing van deze ontvoering, waarbij volledige openheid wordt geboden aan het publiek. 
 
Artsen zonder Grenzen is haar verantwoordelijkheden nagekomen. De vrijlating van Arjan Erkel was gedurende 20 maanden de hoogste prioriteit: de organisatie heeft op grote schaal tijd en energie in de zaak gestoken, heeft regeringen aangespoord politieke en diplomatieke actie te ondernemen en heeft publiekscampagnes gehouden waarin gevraagd werd om de vrijlating van Arjan. Daarbij hoorde ook de internationale petitie, gesteund door ruim 400.000 mensen, die de Russische regering aanspoorde Arjans zaak op te lossen. Geconfronteerd met gebrek aan politiek handelen en politieke passiviteit, bewandelde Artsen zonder Grenzen ook andere wegen, waaronder het inhuren van tussenpersonen en het ter beschikking stellen van geld in een poging Arjan vrij te krijgen. Voor dit doel deponeerde Artsen zonder Grenzen 250.000 euro in de Nederlanse ambassade in Moskou. Het werd daar enkel gedeponeerd voor veiligheidsreden en Artsen zonder Grenzen vraagt nu dat de resterende 230.000 euro teruggestort wordt. 
 
De programma’s van Artsen zonder Grenzen in de Noord-Kaukasus richten zich op medische hulp aan burgers die getroffen zijn door het aanhoudende, gruwelijke conflict in Tsjetsjenië. Als een van de weinige onafhankelijke humanitaire organisaties in de regio heeft Artsen zonder Grenzen haar humanitaire activiteiten in Dagestan moeten opschorten en in belangrijke mate haar operaties in Tsjetsjenië en Ingoesjetië moeten beperken als gevolg van deze ontvoering. De Russische Federatie moet humanitaire hulpverleners respecteren en andere regeringen moeten actief opkomen voor de rechten van hulpverleners om hen in staat te stellen voor kwetsbare bevolkingen te kunnen werken. Helaas is dit op het moment niet de realiteit. Dit is tekenend voor hoe de westerse regeringen doorgaan met het negeren van het lot van de Tsjetsjeense burgers, die dag na dag, het slachtoffer blijven van geweld en in toenemende mate verstoken zijn van hulp.