Lid worden? Inloggen!

Deze website maakte gebruik van cookies. We gebruiken enkel functionele cookies die er zijn er om de gebruiksvriendelijkheid van de website voor onze gebruikers te verbeteren. Wij maken GEEN gebruik van trackingcodes, of andere advertenties / marketing gerichte cookies. (Meer informatie). Klik op OK om akkoord te gaan met het gebruik van cookies.

OK

UMTS antennes beinvloeden gezondheid

RobzQ - dinsdag 30 september 2003 - 15:38


0

Een nieuw onderzoek naar het effect van elektromagnetische velden (EM velden) van antennes voor mobiele telecommunicatie op mensen toont aan dat er een statistisch significante relatie bestaat tussen het ervaren welbevinden (b.v. duizeligheid, tintelingen en concentratievermogen etc.) van mensen en de EM velden die lijken op die van UMTS antennes.

Zo'n relatie is niet gevonden tussen het welbevinden van mensen en de EM velden van GSM antennes. Verder toont het onderzoek aan dat er een statistisch relevante relatie bestaat tussen de EM velden van de antennes van GSM en UMTS en het cognitief functioneren (reactiesnelheid, alertheid, geheugen, etc.) van mensen. Veelal gaat het om een verbetering van de cognitieve prestaties. Deze laatste relatie is al vaker in onderzoek vastgesteld. Bovengenoemd onderzoek met de naam COFAM (Cognitive Functions And Mobiles) is uitgevoerd door TNO in opdracht van de ministeries van Economische Zaken, Volkshuisvesting Ruimtelijke Ordening en Milieu en het ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en sport. De minister van Economische Zaken heeft het TNO rapport vandaag naar de Tweede kamer gestuurd.

De bevindingen van dit onderzoek worden door de drie ministers serieus genomen, maar kunnen nu niet leiden tot definitieve beleidsconclusies. De opzet en het resultaat van dit onderzoek zijn vooralsnog uniek. Herhaling door een ander onafhankelijk instituut is nodig om de bevindingen van het door TNO gevoerde onderzoek te bevestigen. Op basis van dit onderzoek kan niet geconcludeerd worden of er sprake is van een permanent of een omkeerbaar effect. Natuurlijk ligt het voor de hand de vraag te stellen:is het schadelijk? Op grond van de conclusies en aanbevelingen van TNO kan deze vraagstelling niet beantwoord worden. Ook is er geen eenduidige conclusie over de biologische oorzaken van deze resultaten te geven. Naar aanleiding van de gevonden resultaten van het onderzoek moet vervolgonderzoek plaatsvinden. Bij vervolgonderzoek wordt ook gezocht naar internationale samenwerking. De ministers vragen de gezondheidsraad te adviseren over verder onderzoek. Ook zal het onderzoeksrapport onder de aandacht gebracht worden van de Europese Commissie. Daarnaast is het callcenter van het Nationaal Antennebureau ingericht voor als burgers naar aanleiding van dit rapport behoefte hebben aan meer informatie. Het telefoonnummer is 0900-2683663.

De onderzoeksopzet

Het onderzoek is uitgevoerd met twee groepen van 36 proefpersonen. Eén groep bestond uit mensen die zich in het verleden hebben aangemeld bij het Meldpuntennetwerk Gezondheid en Milieu. De ander groep is de referentiegroep bestaande uit mensen zonder aangegeven hinder van antennes. Alle onderzochte personen hebben een aantal testen ondergaan zowel in aanwezigheid als in afwezigheid van elektromagnetische velden, vergelijkbaar met die afkomstig van GSM en UMTS antennes. De sterkte van de toegepaste velden in de testen van TNO (maximaal 1 Volt per meter) is vergelijkbaar met wat doorgaans gemeten wordt aan de voet van antennes (op het dak van het gebouw) en wat door TNO op straat en bij mensen thuis maximaal gemeten is. Door middel van de testen is informatie verkregen over cognitieve functies van de vrijwilligers. Daarnaast is informatie gevraagd over aspecten van hun welbevinden. Hiervoor is in overleg met de Medisch Ethische Toetsings Commissie (METC) een relevant deel van een internationaal erkende vragenlijst gebruikt, waarmee informatie wordt gevraagd over symptomen zoals duizeligheid, moeheid en hoofdpijn. Het onderzoek is dubbelblind uitgevoerd, dat wil zeggen dat noch de vrijwilligers, noch de begeleiders van TNO op het moment van het onderzoek op de hoogte waren van de omstandigheden met betrekking tot de aanwezigheid van de elektromagnetische velden. Gezien de opzet van het onderzoek, is invloed van omgevingsfactoren op de resultaten zeer onwaarschijnlijk.

De gevonden effecten van EM velden van de antennes gelden niet automatisch voor mobiele telefoons omdat GSM antennes en GSM toestellen verschillende signaalvormen hebben. Bovendien is de biologische oorzaak van de gevonden resultaten onbekend waardoor de resultaten van het onderzoek niet kunnen worden doorvertaald naar mobiele telefoons.

Het volledig rapport, de brief aan de Tweede kamer en meer informatie is te vinden op www.ez.nl