Lid worden? Inloggen!

Deze website maakte gebruik van cookies. We gebruiken enkel functionele cookies die er zijn er om de gebruiksvriendelijkheid van de website voor onze gebruikers te verbeteren. Wij maken GEEN gebruik van trackingcodes, of andere advertenties / marketing gerichte cookies. (Meer informatie). Klik op OK om akkoord te gaan met het gebruik van cookies.

OK

NMA: Banken overtreden Mededingingswet

RobzQ - donderdag 17 april 2003 - 15:42


0

De Nederlandse Mededingingsautoriteit (NMa) verdenkt Interpay Nederland B.V. en de daarin aandeelhoudende banken van te hoge pintarieven en concurrentiebeperkende afspraken. Op basis van onderzoek heeft de NMa het vermoeden dat Interpay detaillisten te hoge tarieven voor pintransacties in rekening brengt.

Daarom heeft de NMa rapport opgemaakt tegen Interpay en tegen ABN AMRO Bank, Rabobank, ING Bank, Fortis Bank, SNS Bank, Friesland Bank, Van Lanschot Bankiers en Bank Nederlandse Gemeenten, de banken die aandeelhouder zijn van Interpay.

Interpay levert als enige aanbieder in Nederland ondersteunende diensten voor pinbetalingen. Interpay is opgericht door en volledig eigendom van de genoemde acht banken.

Het onderzoek van de NMa naar netwerkdiensten voor pintransacties is gestart naar aanleiding van signalen van onder meer MKB Nederland over te hoge tarieven voor het betalingsverkeer. Pintransacties zijn betalingen met behulp van een pinpas. Netwerkdiensten voor pintransacties omvatten het transport van elektronische gegevens tussen detaillist en bank om pinbetalingen van consumenten te realiseren. Detaillisten die hun klanten de mogelijkheid willen bieden om te pinnen, moeten daarvoor een contract met Interpay afsluiten. Per pinbetaling betaalt de detaillist een bepaald bedrag. De hoogte daarvan is mede afhankelijk van de hoeveelheid transacties die de detaillist afneemt: hoe meer pintransacties, des te lager het tarief per transactie.
De afgelopen jaren is het aantal pintransacties fors toegenomen ten koste van betalingen met contant geld. De detaillist ervaart pinnen als een onmisbare dienstverlening richting consument.

De NMa heeft vastgesteld dat Interpay een economische machtspositie heeft op de markt voor netwerkdiensten voor pintransacties in Nederland. Een onderneming met een economische machtspositie mag daarvan geen misbruik maken door bijvoorbeeld te hoge tarieven te hanteren. Dit is volgens de NMa bij Interpay vermoedelijk het geval. Hoewel Interpay haar tarieven de afgelopen jaren heeft verlaagd, is er volgens de NMa geen redelijke verhouding tussen de kostprijs van pinnen en de tarieven die Interpay daarvoor vraagt, ook niet als rekening wordt gehouden met een redelijke winstopslag. Detaillisten zouden hierdoor jaren lang te veel hebben betaald.

De NMa vermoedt tevens dat de concurrentie tussen de banken wordt beperkt doordat Interpay namens de banken als centraal verkoopkantoor van netwerkdiensten voor pintransacties fungeert. Door de samenwerking binnen Interpay worden detaillisten gedwongen met Interpay (als enige aanbieder) zaken te doen, terwijl de netwerkdiensten voor pintransacties ook door de banken in concurrentie aangeboden hadden kunnen worden. Hiermee, zo vermoedt de NMa, hebben de banken en Interpay de Mededingingswet overtreden en zijn detaillisten te duur uit.

Interpay en de aandeelhoudende banken kunnen nu op het rapport reageren. Daarna bepaalt de NMa of een boete en/of een last onder dwangsom wordt opgelegd.

Het onderzoek naar Interpay vindt plaats in het kader van het onderzoek dat de NMa doet naar de Nederlandse financiële sector en dat is aangekondigd in de NMa agenda 2003. De economische structuur van de sector, de hoge concentratiegraad en de complexe onderlinge verwevenheid tussen de verschillende partijen vergroten de risicos van anti-concurrentieel gedrag en rechtvaardigen de bijzondere aandacht van de NMa.