Lid worden? Inloggen!

Deze website maakte gebruik van cookies. We gebruiken enkel functionele cookies die er zijn er om de gebruiksvriendelijkheid van de website voor onze gebruikers te verbeteren. Wij maken GEEN gebruik van trackingcodes, of andere advertenties / marketing gerichte cookies. (Meer informatie). Klik op OK om akkoord te gaan met het gebruik van cookies.

OK

Ziek in Azië. Deel III

Storm Alliance - donderdag 21 oktober 2010 - 07:21


0

Japan

Velen roemen de ziekenhuizen van Bangkok en vrezen die in de binnenlanden van Pakistan. In het zwaarst gekoloniseerde continent van weleer hebben verschillende westerse gezondheidsorganisaties inmiddels een plek veroverd voor alle mensen die in den vreemde tijdens klein en groot leed op zoek zijn naar een gevoel van thuis. Ook de Adventisten vinden er een plek om het evangelie te spreiden, hoewel je voor al dat liefdewerk natuurlijk wel mag betalen.

Japan is zo'n beetje het meest veilige land van Azië; misschien wel van de wereld. In tegenstelling tot wat de Japanners denken kun je overal je tas laten staan zonder dat die verdwijnt als je even wegloopt. Ook eten is super veilig en de straten zijn schoon. Hoewel mij meerdere malen werd verteld dat Tokyo de stad van chaos, herrie, smerigheid en drukte is, kwam deze op mij over als een extreem schone versie van Disneyland. Helder, overzichtelijk en zonder een marspapiertje op de grond. Misschien was ik dus wel helemaal niet zo op mijn hoede, toen ik die wereldberoemde yakitori bar binnenstapte met de intentie om gewoon alles uit te proberen. Een allergie trekt zich namelijk helemaal niks aan van schoon en veilig.

Problematisch was het dat ik in die motsuni helemaal geen gevaar zag, ik vond het erg lekker. Mijn rood en opgezwollen gezicht bij het opstaan de volgende dag schreef ik toe aan een combinatie van jetlag en hitte. Dus 's avonds, bij het eten, nam ik gewoon nog een keer motsuni! Tja, dat heb ik geweten. Op zondagmorgen werd ik wakker met een heel dik hoofd. Alles was één grote blob. Geen jukbeenderen meer, geen hals, geen neus. Alles dik en rood en grote twijfel of ik nog kon ademen. Dus in paniek naar het ziekenhuis 'waar ze Engels spreken'.


Image : http://img190.imageshack.us/img190/9769/motsuni.jpg
Motsuni(も つ煮): Motsuni-Nabe is mostly pork and cow and pig intestines stewed in miso based soup, which sounds disgusting but some claim a cup of sake and a bowl of Motsuni is all about life. It's a very popular dish in Japan.

'Engels spreken' is voor meerdere uitleg vatbaar. Hun website is volledig in het Japans, behalve de kreet: To make man whole through Christ's love. Als dat geen hint was dan weet ik het ook niet meer. Ik en mijn reisgenoot komen binnen bij de receptie en wijzen op mijn hoofd: "auw! help! dokter!"... ja dat gaat zomaar niet. Eerst betalen zul je! Zonder cash geen dokter. Niks geen creditcard, geen ING-pas, geen zilveren kruis borg. Alleen 'keiharde' yen. En dat is dus een probleem in Japan. Bijna geen enkele pinautomaat accepteert welke Buitenlandse pas dan ook. Je zult helemaal naar het centrum moeten waar een Citi bank zit die je kaart wilt accepteren. Gelukkig wil reisgenoot wel even op de fiets springen en naar Kichijoji sprinten. De zuster bij de receptie doet intussen wat liefdadigheidswerk: ze wil me best alvast even inboeken bij de dokter. Zodat ik díe tijd gelukkig niet extra hoef te wachten.

Want wachten zul je! Ruim anderhalf uur later, waarin je drie keer de loop met klassieke muziek hebt mogen horen, wordt je bij een zeer schuchtere Japanse dokter gelaten. Hij kijkt heel snel naar het gezicht om vervolgens zijn blik weer op zijn computerscherm te fixeren en het daar niet meer vanaf te halen. “Tja,” zegt hij “da’s een allergie. Dat kan van alles zijn.”

> Goh.

Volgens de dokter kon het de zon zijn, of de smog (!), een heel scala aan verschillende mogelijkheden. Om er maar vanaf te zijn geeft hij me voor de zekerheid een receptje voor de symptomen. “Dan ben je in ieder geval van die zwelling af. Als het weg is, hoef je de pillen niet meer te slikken.” Hoewel zeer sceptisch vervolgen we onze trip langs de apotheek en naar huis. Om na een dag of vier te constateren dat mijn gezicht de oude verhoudingen weer heeft.

Inmiddels was ik naar het zuiden afgedaald, naar mijn eindbestemming, alwaar mijn gastheer ter plaatse het verhaal aanhoorde en vroeg: “Wat had je gegeten?” ...

“Och Motsuni!!! ja joh, daar is de halve wereld allergisch voor!”